Actieparameters
Voor de meeste acties hoeven geen parameters te worden ingesteld. Als u bijvoorbeeld de actie Volgende dia aan een gebeurtenis wilt koppelen, wordt u niet gevraagd om meer details. Veel acties kunnen echter exact aan uw behoeften worden aangepast: als u bijvoorbeeld een in-/uitzoomactie koppelt, moet u opgeven of de zoomfactor X2, X4, X6 of X8 moet zijn.
Actieparameters kunnen op twee manieren worden opgegeven:
Actieparameters instellen vanuit de Configurator
Als u een actie waarvoor parameters kunnen worden ingesteld vanuit de interface van de Configurator koppelt, wordt een pop-upvenster weergegeven waarin u wordt gevraagd parameters op te geven. U kunt bijvoorbeeld de categorie Grafische hulpmiddelen in de Configurator uitvouwen en vervolgens het pictogram Pen naar de rechterzijde van het vak van mediaknop 1 in het centrale gebied verslepen: in het pop-upvenster dat wordt weergegeven, wordt u om parameters gevraagd:
U kunt de kleur van de pen wijzigen door te klikken op het symbool
.
U kunt opgeven dat de pen met transparante inkt moet schrijven door het vakje met de optie voor transparant in te schakelen.
U kunt het formaat van de punt van de pen wijzigen door het gewenste formaat in de vervolgkeuzelijst Formaat te selecteren.
Actieparameters wijzigen vanuit de Configurator
U kunt deze permanente parameters op elk gewenst moment bewerken door op het pictogram
van de koppeling in het centrale gebied te klikken.
U kunt de koppeling ook verwijderen door op het pictogramrechts van het koppelingspictogram te klikken.
Actieparameters dynamisch wijzigen voor interactieve acties
Als u een interactieve actie gebruikt, wordt een semi-transparante actiewerksetinterface rechts onder in uw scherm weergegeven. Deze werkset wordt donkerder als u er met de aanwijzer van uw muis overheen beweegt. Met behulp van deze werkset kunt u de weergave (ofwel de parameters) van de actie wijzigen.
De parameters die u met behulp van deze werkset wijzigt, worden niet opgeslagen. De volgende keer dat u deze actie start, worden de parameters gebruikt die u hebt opgegeven in de interface van de Configurator.